Interne rentabiliteit

Interne rentabiliteit

Het verschil tussen de interne rentabiliteit en netto contante waarde-methode (NCW) is dat bij de interne rentabiliteit een percentage wordt berekend. Bij de netto contante waarde bereken je een absoluut getal. Bekijk de voorbeeld berekeningen onderaan de pagina om te begrijpen wat het exacte verschil is.

De voorkeur van een investeerder is de interne rentabiliteit. Een percentage op een investering is makkelijk te vergelijken met andere investeringen.

De belangrijkste overeenkomst tussen de interne rentabiliteit en de netto contante waarde is dat beide berekening de toekomstig kasstromen meten. Met andere woorden, wat levert een investering in de toekomst op.

Netto contante waarde

Bij de netto contante waarde-methode is de disconteringsvoet een bekend gegeven. Met de disconteringsfout en het bedragen in de toekomst kun je berekenen wat de waarde is per vandaag (contant maken). Je moet rekening houden met de inkomsten en uitgaven in de toekomst. De netto contante waarde wordt uitgedrukt in een absoluut getal.

Voorbeeld berekening netto contante waarde

De volgende variabelen zijn van toepassing:
Disconteringsvoet = 8%
Investeringsbedrag = € 200.000,-
Jaarlijkse inkomsten = € 30.000,-
Jaarlijkse uitgaven = € 10.000,-

Contante waarde van de kasstromen worden als volgt berekend:

30.000 -/- 10.000 = € 20.000               € 20.000 / 8% = € 250.000,-

Je moet nu de contante waarde van de kasstromen verminderen met het investeringsbedrag:

€ 250.000,-  -/- € 200.000 = € 50.000 --> Het is een positief bedrag. Dit betekent dat je het bedrag kunt investeren.

Het rendement op deze investering is hoger dan 8%. Zou het bedrag negatief uitkomen, dan zou je nog kunnen investeren maar dit zou dan minder dan 8% rendement opleveren.

Interne rentabiliteit

Bij deze methode is de disconteringsvoet de uitkomst van de formule. De interne rentabiliteit is in feite de berekende winst uitgedrukt in een percentage van de investering zelf (dus interne rentabiliteit). Er wordt gebruik gemaakt van de formule van de NCW.  De netto contante waarde van de investering wordt bij deze methode gelijk gesteld aan nul . De contante waarde van alle inkomsten is precies gelijk is aan de contante waarde van alle uitgaven. Met deze variabelen en met het gegeven van de kasstromen kun je de disconteringsvoet berekenen.

Voorbeeld berekening interne rentabiliteit

De volgende variabelen zijn van toepassing:
Disconteringsvoet = ?
Investeringsbedrag = € 200.000,-
Jaarlijkse inkomsten = € 30.000,-
Jaarlijkse uitgaven = € 10.000,-

Je berekent als eerste het verschil tussen de inkomsten en de uitgaven:
30.000 -/- 10.000 = € 20.000

Het bedrag van de toekomstige kasstromen zet je in de formule
€ 20.000 / disconteringsvoet (onbekende) = € 200.000,- (investeringsbedrag)

We willen nu weten wat de disconteringsvoet is. Je verandert de formule
€ 200.000,- / € 20.000 = 10 ---> de disconteringsvoet is 10%

Vind je dit nuttige informatie?

Deel deze pagina via de sociale media (zie buttons links)
Like ons op Facebook (zie likebox rechts)

Alvast bedankt!

interne rentabiliteit

interne rentabiliteit